IPS: aanprikken met steriele handschoenen

Materiaal

  • Werkblad
  • 1 fles Clinell
  • Papieren wegwerpdoekjes
  • 1 fles chloorhexidine 0,5% in alcohol 70%
  • Hubernaald in steriele verpakking
  • 1 luer-lock spuit minimum 10 ml, voorgevuld met NaCl 0,9%
  • naaldloze connector voor injectie
  • wondzorgset
  • 1 paar steriele handschoenen
  • Steriel transparant verband
  • steriele kompressen

Voorbereiding

Uitvoering

Je ontbloot het bovenlichaam van de patiënt volledig

Je ontsmet je handen.

Je palpeert de prikplaats om pijn of gevoeligheid te constateren en om de correcte naaldlengte te bepalen.

Je positioneert de patiënt in een comfortabele houding, bij voorkeur liggend en vraag om prikplaats voldoende vrij te maken.

Je brengt evt een verdovende zalf aan (bij kinderen of angstige patiënten)

Je legt de procedure uit aan de patiënt.

Je bevochtigt de steriele kompressen met chloorhexidine 0,5% in alcohol 70%.

Aanprikken van de poort:

Je bereidt je steriel veld voor.

Hierin plaats je:

  • 1 luer-lock spuit minimum 10 ml, voorgevuld met NaCl 0,9%
  • Hubernaald
  • naaldloze connector voor injectie
  • steriele kompressen, gedrenkt in chloorhexidine 0,5% in alcohol 70%
  • steriel transparant verband

Je trekt steriele handschoenen aan.

Je koppelt de naaldloze connector aan de leiding van de Hubernaald en purgeer deze met 10ml NaCl 0,9%.

Je ontsmet het gebied van en rond de injectieplaats verticaal en horizontaal zorgvuldig met Chloorhexidine en laat 30 seconden drogen.

Je hanteert de non- touch techniek: je palpeert de prikplaats niet meer na de ontsmetting en je houdt enkel de randen van de onderhuidse poort vast met de duim en wijsvinger of met de wijsvinger en middelvinger (van de niet- prik hand); je behoudt deze fixatie.

Je neemt de Hubernaald vast met je dominante hand.

Je legt de spuit, met een in alcohol doordrenkt steriel kompres onder de luer-lock, op de borstkas van de patiënt.

Je vraagt de patiënt weg te kijken en diep in te ademen zodat hij de borstkas fixeert en niet terugtrekt tijdens het aanprikken.

Je prikt loodrecht naar beneden door de huid en in het midden van het septum van de poort tot je met de naald de bodem van de poort voelt.

Je neemt een steriel kompres gedrenkt in chloorhexidine in alcohol en je houdt het onder de connectieplaats tussen spuit en naaldloze connector.

Je controleert of de naald juist is geplaatst door bloed te aspireren.

Als de Hubernaald juist geplaatst is, houd je de naald op zijn plaats en injecteer je pulserend de overgebleven NaCl 0,9%:

Je verwijdert het handvat van de Huberpuntnaald of plooit de vleugels naar beneden (afhankelijk van het merk)

Je doet de steriele handschoenen uit.

Je dekt de punctieplaats af met steriel transparant verband: je plakt de verlengleiding niet rechtstreeks op de huid maar tussen het katheterverband. Daarna plak je het resterende verband op de huid.

Je legt een tractielus aan.

Je noteert de datum op het verband.

Nazorg

  • Handhygiëne: handontsmetting
  • Nazorg
  • Rapportage
  • Bijkomende rapportage:
    Observatie van de plaats waar IPS is geïmplanteerd
    Frequentie van doorspoelen en gebruikte soort oplossing
    Naam en dosering van toegediende geneesmiddelen of oplossingen
    Aanwezigheid van de Hubernaald 
    Grootte en lengte van de Hubernaald
    Type verband

Bronnen

  • Flynn, JM, Keogh SJ, Gavin NC. (2015). Sterile v aseptic non touch technique for
    needle-less connector on central venous access devices in a bone marrow
    transplant population: A comparative study. Eur. J. Oncol Nurs, 19(6):694-700.
  • Goossens, L. (2018) Intraveneuze katheters: praktijkgids voor een kwaliteitsvolle en
    multiprofessionele aanpak. Acco, Leuven.
  • Goossens G. et al (2011). Systematic review : malfunction of totally implantable
    venous access devices in  cancer patients. Support Cancer Care, 19: 883-898.
  • Hemsworth S. et al (2007). Does the number of exogenous infections increase in
    paediatric oncology patients when sterile surgical gloves are not worn for access
    in central venous access devices? European journal of oncology nursing, 11: 442-
    447.