Handgrepen van Leopold

Materiaal

  • Geen specifiek materiaal vereist

Voorbereiding

Uitvoering

Opm: Alvorens de grootte van de uterus te bepalen en de handgrepen van Leopold uit te oefenen, kijk je eerst na of de navel in het midden tussen symfyse en  
  ribbenboog zit.

     Werkwijze:

Plaats linker pink op symfyse en rechter pink op ribbenboog

Leg duimen tegen elkaar

Kijk waar de navel zich tov de duimen bevindt: onder de duimen, meer naar onder of meer naar boven.

Leopold 1: Bepalen van de fundushoogte en de aard van het deel in fundo

Sta met je gezicht naar het gezicht van de vrouw

Leg de handen aan weerszijden van de baarmoeder

Palpeer met beide (vlakke) handen om de bovengrens van de uterus te bepalen (en kijk of dit overeenkomt met de termijn van de zws)

Bepaal welk deel van de foetus  in utero ligt

Opm: De eerste handgreep wordt gecombineerd met het meten van de fundushoogte in cm.
Werkwijze:

Vraag de vrouw haar benen te strekken.

Leg het meetlint op de bovenrand van de fundus en meet tot de bovenrand symfyse (aantal cm +4 = aantal zwsweken)

Leopold 2: Bepaling ligging van het kind

De vrouw kan de benen gestrekt of gebogen hebben

Blijf met je gezicht naar het gezicht van de vrouw staan

Voel nu met vlakke, ontspannen rechterhand aan de rechterkant van de uterus terwijl je linkerhand aan de linkerkant van de uterus ter plaatse blijft

Doe dit nu ook aan de linkerkant

Bepaal op die manier aan welke kant de rug en aan welke kant de kleine delen zich bevinden

Leopold 3: Beoordelen van de indaling en het opwekken van het ballottement van het voorliggend deel

Laat de vrouw haar benen optrekken en haar voeten plat op de tafel/bed zetten

Blijf met je gezicht naar het gezicht van de vrouw staan

Leg de rechterhand ter hoogte van het voorliggend deel dat zich aan de bekkeningang presenteert

Omvat dit voorliggend deel en probeer het heen en weer te bewegen (=ballotteren), hierdoor kan je voelen of het voorliggend deel nog beweeglijk is of (deels) vast ligt.

Leopold 4: Beoordeling van de aard en de indaling van het voorliggend deel

Laat de vrouw haar benen optrekken en haar voeten plat op de tafel/bed zetten

Ga met je gezicht richting de voeten van de vrouw staan

Vraag mevrouw in te ademen en rustig uit te ademen

Plaats je handen met gesloten vingers iets boven de liezen links en rechts

Voel tijdens het uitademen van de vrouw dieper door rond het voorliggend deel en bepaal de mate van indaling:

Beweeglijk boven bekkeningang (BBBI)

Beweeglijk in bekkeningang (BIBI)

Vast in bekkeningang (VIBI)

Voel tevens naar de aard van het voorliggend deel (hard en rond = caput)

Handgreep van Osborne

Dit is een extra handgreep die gebruikt kan worden voor de mate waarin het voorliggend deel niet is ingedaald.

Werkwijze:

Vraag de vrouw haar benen te strekken

Leg een vlakke hand op het voorliggend deel en de andere vlakke hand op de symfyse

Bepaal het niveauverschil tussen beide handen. Dit wordt uitgedrukt in vingers (vb prominentie 1 vinger)

Nazorg