Materiaal
- Materiaal om handen te reinigen
- Naaldcontainer
- Nierbekken en/of afvalzak
- Niet-steriele handschoenen
- Niet-steriel kompres
- Glucosemeter
- Bijhorende teststrookjes
- Prikpen
Voorbereiding
- Handhygiëne: wassen van handen
- Handhygiëne: handontsmetting
- Handhygiëne: gebruik van niet-steriele handschoenen
- Voorbereiding
- Identificatie patiënt
Uitvoering
Je reinigt en droogt de prikplaats zo nodig, of je laat de patiënt de handen wassen.
Je controleert (zo nodig) de code van het teststrookje en de glucosemeter (indien geen overeenkomst raadpleeg je de gebruiksaanwijzing van de glucosemeter).
Je stelt de prikdiepte van de prikpen in.
Je plaatst het teststrookje in de glucosemeter.
Je gebruikt niet steriele handschoenen.
Je prikt aan de zijkant van de vingertop (cave: verminderde gevoeligheid).
Je brengt de druppel bloed op het teststrookje aan (cave: niet duwen op de vinger).
Je drukt de prikplaats af met een niet-steriele kompres.
Je noteert de gemeten waarde onmiddellijk in het dossier.
Nazorg
- In functie van het voorschrift en de glycemiewaarde onderneem je de gepaste volgende stappen.
- Nazorg
- Rapportage
- Preventie prikongeval
Bronnen
- Bij deze procedure werd nog geen link toegevoegd naar (wetenschappelijke) bronnen. Mocht je relevantie literatuur gevonden hebben, mag je dit altijd laten weten aan de vakdocent of praktijklector.
(Laatst gewijzigd op 06/01/2025)