Materiaal
- Bedpan
- Reinigingsmiddel (NaCl 0.9%)
- Cellulose bedbescherming
- Glijmiddel
- Molton
- Nierbekken
- Steriele sondeerset
- Steriele handschoenen (+ reservepaar)
- Katheter afhankelijk van geslacht patiënt (+ reservepaar)
- Extra materiaal i.f.v. indicatie:
- Steriel opvangrecipiënt en aanvraagformulier
- Urinaal
- Maatbeker
Voorbereiding
- Handhygiëne: wassen van handen
- Handhygiëne: handontsmetting
- Handhygiëne: gebruik van niet-steriele handschoenen
- Handhygiëne: gebruik van steriele handschoenen
- Voorbereiding
- Identificatie patiënt
- Wassen: Intiem toilet
- Wassen: Stuitwassing
- Verplaatsingsvaardigheden
- Indien je een residubepaling moet uitvoeren laat je de patiënt spontaan uitplassen voordat je met de sondage start.
- Je organiseert je zorgen in functie van je dominante hand. Ben je rechtshandig dan zorg je dat je aan de rechterkant van de patiënt je werkvlak opstelt en omgekeerd.
Uitvoering
Je legt een molton aan.
Je brengt de bedbescherming aan onder de stuit en bovenbenen.
Je voert een intiem toilet uit.
Je ontsmet het werkvlak.
Je opent de steriele set en legt deze open op je werkvlak.
Je opent (zo nodig) het steriele opvangrecipiënt.
Je bevochtigt de deppers en zorgt ervoor dat de punt van de flacon de deppers niet raakt.
Je legt de sonde en het glijmiddel op een steriele wijze in het steriele veld (zie film).
Je brengt de patiënt in de juiste houding (eventueel op de bedpan).
Je plooit de molton omhoog.
Je legt het extra steriele veld tussen de benen van de patiënt (als zuiver werkveld).
Je doet je steriele handschoenen aan.
Bij de vrouw:
Je plaatst je niet dominante hand op de pubis van de patiënt zodat je de buitenste schaamlippen kan spreiden. Eens je hand op de pubis geplaatst is kan je deze
niet meer verplaatsen.
Je reinigt de genitaliën met het pincet en de bevochtigde deppers, telkens met één streek van boven naar onder.
Je gebruikt 1depper voor de verst verwijderde binnenste schaamlip
Je gebruikt 1 depper voor de dichtst bijzijnde binnenste schaamlip
Je gebruikt 1 depper voor de urethra opening terwijl de kleine schaamlippen gespreid blijven
Je brengt eventueel glijmiddel aan op de sonde en dan in de meatus.
Je neemt de sonde op een steriele wijze op een 12-tal centimeter van de tip en brengt deze met een lichte schepbeweging voorzichtig in.
Bij de man:
Methode 1 en methode 2 in beeld (afhankelijk van materiaal).
Methode 1
Methode 2
Je neemt de penis vast met de niet dominante hand en decaloteert de voorhuid. Je zorgt ervoor dat je de hand ter plaatste kan laten.
Je reinigt de genitaliën met het pincet en de bevochtigde deppers, telkens met circulaire beweging.
Je gaat met 1 depper achter de kraag van de glanspenis
Je gebruikt 1 depper voor de eikel met éénzelfde beweging
Je gebruikt 1 depper voor de urethraopening
Je brengt met de dominante hand het glijmiddel langzaam in en drukt de urethra dicht om het glijmiddel te laten inwerken.
Je neemt de sonde op steriele wijze op een 12-tal centimeter ven de tip en brengt deze zachtjes in terwijl de penis verticaal gehouden wordt. Wanneer je aan de
penisscrotale boog komt breng je de penis in horizontale richting.
Het vervolg van de techniek is afhankelijk van de indicatie:
Staalname:
Je laat de eerste urine afvloeien.
Je vangt de middenurine op in het steriele opvangrecipiënt .
Je knijpt de sonde dicht met de dominante hand en trekt ze zachtjes terug in opwaartse beweging en je werpt de sonde in het vuilzakje.
Je laat de patiënt spontaan verder uitplassen.
Je doet het steriele recipiënt toe op een correcte steriele manier.
Je verwijdert de handschoenen.
Evacuerend:
Je laat de urine afvloeien in een urinaal of bedpan.
Je observeert en begeleidt de patiënt tijdens het afvloeien van de urine. Na ongeveer 500 ml afvloei onderbreek je het afvloeien gedurende 1 minuut.
Je knijpt de sonde dicht met de dominante hand en trekt ze zachtjes terug in opwaartse beweging en werpt de sonde in het vuilzakje. Het volle recipiënt zet je op een stoel of het nachtkastje van de patiënt.
Je droogt de schaamstreek met een kompres.
Je verwijdert de handschoenen.
Residubepaling (eerst patiënt spontaan laten urineren):
Je laat de urine afvloeien in een urinaal of bedpan.
Je observeert en begeleidt de patiënt tijdens het afvloeien van de urine.
Als de urine stopt met stromen, knijp je de sonde dicht met je dominante hand en trekt ze zachtjes terug in een opwaartse beweging. Je werpt deze in het vuilniszakje.
Je meet de hoeveelheid urine af met de maatbeker.
Nazorg
- Je zorgt zo nodig voor een correcte identificatie van het urinestaal en verzending naar het laboratorium.
- Je ledigt bedpan, urinaal of maatbeker op een correcte manier.
- Nazorg
- Rapportage
Bronnen
- Bij deze procedure werd nog geen link toegevoegd naar (wetenschappelijke) bronnen. Mocht je relevantie literatuur gevonden hebben, mag je dit altijd laten weten aan de vakdocent of praktijklector.