AED

Materiaal

  • Geen specifiek materiaal noodzakelijk.

Voorbereiding

  • Gezien het hoogdringende karakter van deze handeling, vervallen de voorbereidingsstappen. Breng jezelf echter niet in gevaar!

Uitvoering

Je bekijkt de situatie en je zorgt voor veiligheid.

Je bepaalt de toestand van het slachtoffer.

Je checkt het bewustzijn: Je spreekt het slachtoffer luid aan en klopt zachtjes op de schouder.

Je checkt de ademhaling: Je zorgt voor vrije luchtwegen door hinderlijke kledij los te maken, je controleert de mond en verwijdert zichtbare vreemde voorwerpen.

Je brengt het slachtoffer in ruglig, trekt met de ene hand het voorhoofd naar achter en met de andere hand de kin omhoog.

Je controleert de ademhaling door te kijken naar het op- en neergaan van de borstkas, je voelt met de kaak bij de neus en mond van het slachtoffer of er luchtverplaatsing is en/of luistert naar de luchtverplaatsing gedurende maximaal 10 seconden.

Bij afwezigheid van het bewustzijn en bij geen of abnormale ademhaling alarmeer je de hulpdiensten (112). Je geeft als informatie mee: locatie, situatie, aantal slachtoffers en de toestand van de slachtoffers. Je roept om hulp en vraagt omstaanders om de hulpdiensten te contacteren via het nummer 112. Indien geen omstaanders contacteer je zelf de hulpdiensten.

Je legt het slachtoffer op een harde ondergrond en start CPR: 30 x hartmassage en 2 x beademen.

Je legt de AED aan, en volgt de instructies van het toestel voor het plaatsen van de electroden pads.

De AED analyseert het hartritme en zal je vragen om al dan niet een shock toe te dienen.

Je zorgt ervoor dat niemand de patiënt aanraakt als je de shock moet toedienen.

Bij afwezigheid of na het toedienen van een shock start je onmiddellijk terug met CPR.

Hartmassage

Voor de hartmassage leg je de hand in het midden van het sternum, en zet je de andere hand hierboven waarbij je de vingers in elkaar haakt zodat de thorax niet geraakt wordt.

Je werkt met gestrekte armen en loodrecht boven de patiënt.

Je drukt de thorax circa 5 cm in aan een ritme van 100 tot 120 compressies per minuut.

Je geeft 30 compressies.

Beademing

Voor het beademen zorg je voor een kinlift en hyperstrekking.

Je knijpt de neus van het slachtoffer dicht met duim en wijsvinger.

Je plaatst je mond over de mond van het slachtoffer en blaast rustig  en traag de lucht in gedurende 2 seconden, totdat de borstkas van het slachtoffer uitzet.

Je richt je hoofd terug op om opnieuw te ademen en controleert hierbij of de borstkas van het slachtoffer terug zakt.

Je beademt 2 keer en start nadien terug met hartmassage.

Je houdt hartmassage en beademing afwisselend vol tot de komst van gespecialiseerde hulp, een andere hulpverlener je aflost of het slachtoffer terug tekenen van leven vertoont.

Je zorgt ervoor dat je niet uitgeput geraakt en weet dat hartmassage primeert boven beademing.

Nazorg

  • Geen specifieke nazorg vereist.

Bronnen

  • Bij deze procedure werd nog geen link toegevoegd naar (wetenschappelijke) bronnen. Mocht je relevantie literatuur gevonden hebben, mag je dit altijd laten weten aan de vakdocent of praktijklector.